maandag 23 december 2013

1.5 Een R-sessie opslaan en laden

Sessie opslaan en laden.


De sessie opslaan.
Als u op een later tijdstip verder wilt gaan met de huidige sessie in de R console, kunt u de sessie opslaan.
  1. Dit gaat met de code save.image(‘*locatie waar u de sessie wil opslaan*/*naam van de sessie*.Rdata’).
  2. Om de locatie te vinden waar u het bestand wilt te kunnen vinden, kunt u de code getwd() invoeren. Hiervan kunt u het pad kopiƫren die naar de huidige Working Directory leidt.
    U kunt ook in de map waar u de opgeslagen sessie wilt plaatsen via de rechtermuisknop naar het venster Eigenschappen gaan. Daar kunt u de locatie kopiƫren van de map om deze uiteindelijk tussen de haakjes en aanhalingstekens van de code
    save.image() te plaatsen.
Het is verstandig om de sessie op te slaan in de map die u als Working Directory gebruikt.

 
Afbeelding 13 De locatie en naam van de sessie bepalen om op te slaan in R
Afbeelding 13 De locatie en naam van de sessie bepalen om op te slaan in R

  1. Achter de laatste slash (/) van de locatie typt u de naam in die u de sessie wilt geven. Achter de naam plaatst u de toevoeging .Rdata. Het voorbeeld in afbeelding 13 laat zien dat de sessie wordt opgeslagen onder de naam Sessie1.Rdata.
    In het voorbeeld is ook te zien dat het bestand is opgeslagen in de map Data, de map die voor deze sessie is gebruikt als Working Directory.
  2. Als u de code en de locatie met bestandsnaam tussen de haakjes en aanhalingstekens hebt geplaats, zoals in afbeelding, kunt u op Enter drukken om de sessie op te slaan.
  3. Als u hierna de R console afsluit door op kruisje te drukken (of via een andere manier afsluit), komt het dialoogvenster met de tekst Save workspace image?  in beeld. Klik hiervoor altijd op Ja om er zeker van te zijn dat de sessie goed is opgeslagen.

Afbeelding 14 Een eerdere sessie laden en opzoeken aan welke variabelen een databestand is gekoppeld.
Afbeelding 14 Een eerdere sessie laden en opzoeken aan welke variabelen een databestand is gekoppeld.


Een bestaande sessie laden
Er zijn twee manieren om een bestaande of door u eerder opgeslagen sessie te laden.
·         U zoekt in Windows Verkenner(of in Finder bij OS) naar het .Rdata bestand en opent het met een dubbelklik.
·         U opent de R Console en voert de code load(‘*locatie waar de sessie is opgeslagen*/*naam van het bestand*’) en drukt daarna op Enter.

Met de code ls() kunt u een overzicht laten verschijnen van de variabelen die zich in de sessie plaatsvinden.
In afbeelding 14 is te zien dat Bloemenverkoop de enige variabele is die aangemaakt is voor een databestand.  

Naar het overzicht van deze handleiding: Overzicht van deel 1 van deze handleiding

Geen opmerkingen:

Een reactie posten