Grafieken en andere visuele weergaven van data.
In het eerste deel van deze manual hebt u kunnen zien dat R visuele
weergaven kan toepassen op data. Bij uitgebreide databestanden als Projecten.csv kan dit een goed
hulpmiddel zijn.
Variabelen uit het databestand gebruiken
U hebt kunnen zien dat er voor het databestand Projecten.csv een variabele is aangemaakt. Ook hebt u kunnen zien dat er van deze variabele een matrix is gemaakt.Omdat er een matrix is gemaakt, kunt u simpelweg de verschillende variabele in het databestand invoeren om visualisatie van data toe te passen.
Visuele effecten toepassen
Bij het voorbeeld in afbeelding 20 wordt er een grafiek gemaakt van de variabelen Afstand Klant en Winst. Dit wordt gedaan met de code: plot(Afstand Klant, Winst).U kunt uit de grafiek aflezen dat de meeste klanten zich binnen een straal van 100 km bevinden en dat een winst tussen de 2000 en 6000 het meest voor komt[1].
In de appendix van deze manual vindt u de codes voor de
visuele effecten die u nog meer met R kunt toepassen.
![]() |
Afbeelding 21 Data visualiseren in R
|
Naar de volgende stap: 2.6 Correlaties van variabelen weergeven in R
[1] Dit is nog een vrij zwakke
beschrijving van de data, echter kunt u door de grafiek wel in een oogopslag
simpele informatie over de data vinden. Geavanceerde beschrijving van de data
kunt u doen aan de hand van correlaties en een Regressie. Deze onderwerpen
worden vanaf hoofdstuk 2.6 in deze manual besproken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten